juli 2023

Jobar Oranje - ZOMERSCHOOL VREDE

  • Op deze blog kan niet gereageerd worden.
    Alleen lezers die de blog per mail ontvangen kunnen reageren.
  • De verschillende stukjes staan in chronolgische volgorde, oudste eerst.
Overzicht
 6 juli - Zoek een weg
 7 juli - Schuld en schaamte
 9 juli - Wie is Olga?
10 juli - Durf te gaan
12 juli - Barmhartigheid
13 juli - Vrede en recht
14 juli- De oorlog stoppen
16 juli - De dialoogbegeleidster uit Lugansk
17 juli - Vrede begrijpen
18 juli - Onze helden
21 juli - De strijdbare vrouw en haar teenager
31 juli - Hoe nu verder?

6 juli - Zoek een weg

Hallo, vrede samen! Je krijgt dit bericht omdat je mijn oproep ondersteunde om te gaan praten met Russische mensen in Nederland, of omdat ik het waag te denken dat je dit onderwerp misschien interessant vindt.

Zelf ben ik uitgenodigd door een Russische mensen­rechten­verde­diger en vredesvrouw, Olga Shnyrova, voor een Zomerschool in Durres (Albanië) voor leiders van vrouwen­organisaties in de landen van de voormalige Sovjet Unie. Sommigen van jullie hebben ook geld gegeven voor deze zomerschool. Het zal gaan over oorlogs­trauma’s, maar er kunnen allerlei andere dingen ter sprake komen. De vrouwen vormen een netwerk dat jaarlijks zomerscholen organiseert in verschillende landen. Ik wil korte verhalen maken over de gesprekken die ik met hen heb. En die aan je toesturen.

Ik heb geworsteld met het besef dat er iets moet gebeuren om het eindeloos doden en gedood worden van jonge mensen te stoppen en ook de gierende wapenwedloop ernstig ter discussie te stellen. Dus daarom ga ik. Ik ben ook gevraagd daar een lezing geven. Ik hoop dat we in Den Haag in elk geval beginnen met praten met Russische mensen en met mensen in landen die onder Russische invloed staan. Dat sommigen van jullie mee willen doen, om samen naar andere perspectieven te zoeken, uit de oorlog weg. Om elkaar niet los te laten. Betekent dat een slag in het gezicht van Oekraïne? Met alle respect, ik geloof van niet. Ik denk dat we een gemeenschappelijk belang hebben. We volgen het voetspoor van de stichter van het Vredes­paleis, Bertha von Suttner.

Doe je mee? Je hoeft daarvoor geen pacifist te zijn of veel te weten. Gewoon nieuwsgierig zijn naar een mogelijke kans om iets anders doen, dat is voldoende. Waarom zoeken we bijvoorbeeld niet naar wegen en kansen voor arbitrage? Het Permanent Hof voor Arbitrage is ook in Den Haag.

Je kunt in elk geval 10 dagen lang mijn reisverhaal volgen. Als je wilt. En reageren, natuurlijk. Doorsturen, mag ook. Maar niet via facebook of andere sociale media, vanwege de digitale veiligheid van ons allen.

Bertha von Suttner, De Wapens neer!, www.uitgeverijorlando.nl

omhoog

7 juli - Schuld en schaamte

Zelfportret van Serebryakova (Russische schilder)

Anna heet ze, we ontmoeten elkaar in juni op een station in Den Haag. Ze is een jonge ingenieur uit Rusland, werkt bij een gerenommeerd Nederlands bedrijf. “Mijn project was om aardig gevonden te worden in Europa en hier een plekje te vinden.” Ze woont nu al 9 jaar in Nederland en is op en top een gevoelige vredesvrouw.

De inval van het Russische leger in Oekraïne was een schok voor haar, het gooide haar hele leven in de war. Ze voelt zich verraden door haar eigen land waar ze trots op was, door de regering en ook door haar familie, die de omvang van de vernietiging die aangericht wordt niet beseft. Ze dweept zelfs met een gespreksprogramma tussen moeders en dochters, waar mensen binnenkomen met banners om Poetin te steunen. Zo expliciet, is dat mijn moeder? Ik kon het niet bevatten. En zij zegt weer verdrietig dat ik veranderd ben…”.

Anna wilde iets doen om de pijn niet te voelen, maar wat dan? Het geweld is te groot om goedgemaakt te worden, maar niks doen kon ze ook niet verdragen. Uiteindelijk klopten via haar vriendenkring in Nederland (waar veel Oekraïners en mensen uit Wit Rusland bij horen) twee Oekraïense gezinnen bij haar aan. Ze stelde ze haar appartement open voor hen, inclusief kinderen en een grote speelse hond. Geen man, die was aan het front. Ze wilde alles voor ze doen, letterlijk alles: geld lenen, woning zoeken, verblijfsvergunning regelen. Uitdagingen genoeg: er mochten geen honden in het appartement; dubbelbewoning was trouwens verboden, dus inschrijving op haar adres was geen optie. De gemeente wilde wel helpen met een daklozenpas, maar ja dat is ook niet echt wat je wilt. En ze zouden ook moeten beginnen met werk zoeken en een taal leren. Er vielen harde woorden. “Jij bent dan een goede Rus, maar voor ons moeten alle Russen dood!”

In die warrige en hectische periode ging Anna kijken bij een opvangcentrum voor Oekraïense vluchtelingen. Toen ze daar naar binnen liep, brak er iets in haar stoere gedrag. Ze moest vreselijk huilen. Enerzijds was ze bang dat de mensen daar haar zouden haten, omdat ze Russische was; anderzijds voelde ze zich machteloos tegenover hun verdriet dat zo veel groter leek dan haar eigen tranen. Ze kon het niet verdragen, ze moest daar weg. Uiteindelijk vonden haar logés een andere opvangplek, waar ze zich gemakkelijker voelden omdat ze zelfstandig waren. “Ze zijn me wel dankbaar gelukkig, en door hen te helpen hielp ik in feiten ook mijzelf. Ik kan weer verder met m’n leven. We zien elkaar nog regelmatig.”

En nu? Kan Anna haar schaamte en plaatsvervangend gevoel van schuld transformeren in iets waardoor ze weer trots kan zijn op zichzelf? “Jobar, ik vind wat je zoekt heel geweldig, maar ik kan niet in het openbaar treden. Mijn moeder en zusje lopen gevaar. En ik wil geen politieke uitspraken doen, snap je?” Ik vertel haar dat het niet hoeft. Ze hoeft niets te doen voor mij. Haar gevoeligheid en het feit dat ze haar eigen schaamte onder ogen ziet is belangrijk genoeg. En wat ze me vertelt is waardevol genoeg, het geeft mij weer moed en meer inzicht. Ze zal wel contact leggen met andere mensen die nog wel in de opvangcentra werken als Russische vrijwilliger. Zij kunnen meer vertellen over het effect van oorlog op gewone mensen: de soldaten, hun familie, de voortdurende angst.

Dag Anna met je hart van goud, het ga je goed!

(P.S. Het plaatje is natuurlijk niet een foto van Anna, ze heet ook geen Anna en woont niet in Den Haag)

omhoog

9 juli - Wie is Olga?

Roza Luxemburg 1817 - 1899

Olga Shnyrova is directeur van het Ivanova opleidingscentrum voor leiders van vrouwenorganisaties in Rusland.

We ontmoetten haar voor het eerst in mei 2022. Ze verbleef drie maanden in Den Haag, uitgenodigd door het Shelter City programma van Justitia en Pax in Den Haag. Dit programma vangt mensenrechtenverdedigers uit andere landen op voor een periode van 3 maanden, om bij te komen.

In die tijd maakte ik, samen met anderen, het tijdschrift “Gender en Duurzame Vrede” voor het Platform Vrouwen en Duurzame Vrede. We hadden een indringend gesprek met haar, we waren onder de indruk van haar brede kennis en de moed om door te zetten. Haar eigen vrouwenorganisatie in een Russische provincie stond op een laag pitje door de Russische regering omdat ze een donatie gekregen had uit Duitsland en daarmee was ze volgens de wet een “buitenlandse agent” was geworden.

Ze vertelde ons dat ze naast haar officiële gender-werk jaarlijks een zomercursus organiseert voor vrouwen uit landen van de voormalige Sovjet Unie, al 11 jaar lang. Vanzelfsprekend een bijzondere gelegenheid voor ontmoetingen in de regio. De activiteiten voor de Zomercursus konden wél doorgaan. We vonden het toen heel belangrijk om contacten tussen vrouwen te steunen vanwege de militaire inval van Rusland in Ukraine. We geloven dat vrouwenorganisaties uit omringende landen die onder invloed van Rusland staan een belangrijke rol kunnen spelen bij het afremmen van deze oorlog. Dit jaar kwam ze terug met een mail:

“Due to your support and help we managed to organize last year our international summer school on precarity in Moldova successfully. After that I returned to Russia and I continue to work in promotion of feminist ideas despite the difficult situation we have. But we try to support those who stayed and are trying to do something. New amendments to the foreign law legislation made for us nearly impossible to act openly on behalf of our own organization, but we use the help of our partner organizations and initiatives. So, we accomplished our project on promotion local women's history through city tours, organized feminist festival in our city, recorded the course on history of feminism on the largest independent platform in Russia, etc. And of course we started to prepare the new international summer school. This year it will be devoted to the trauma overcoming, reconciliation and peacebuilding (these topics were chosen by the majority of the members of our summer schools group on Facebook) and we are going to gather activists, mostly women from all countries of our region surviving conflicts, including Ukrainian participants. I think now we need grassroots initiatives on peacebuilding, and women always played an important part in it. Ebert Stiftung agreed to cover travel expenses (the summer school will be in Albania), and we hope to have some support from Roza Luxemburg Fund.”

Ivanova Centre: http://icgs.ru/en/about-uss/about-us

Warme vredesgroet!

omhoog

10 juli - Durf te gaan

Ik ben begonnen met het opschrijven van mijn lezing! Het is even wennen dat de leidster van de Zomerschool me gevraagd heeft om over Afrika te vertellen, hoe daar conflicten opgelost worden. Best gek om de inval van Rusland in Oekraïne te vergelijken met Apartheid in Zuid Afrika of met de genocide in Rwanda, het zijn immers heel verschillende situaties. Interessant is wel dat in deze landen andere methodes hebben ontwikkeld naast die van de gebruikelijke rechtsspraak om uit te vinden wie er verantwoording moet worden geroepen, en hoe. Meer gericht op verzoening. Er is wel een gemeenschappelijke term voor: “transitional justice”. Dat is de opvolger van de processen die na tweede Wereldoorlog zijn georganiseerd, de zogenaamde Neurenberg processen: een lichtend voorbeeld van hoe je ongeoorloofd excessief geweld kunt berechten en waar mogelijk bestraffen. Het ging daar om het vaststellen van de individuele verantwoordelijkheid van concrete mensen. Het hielp om een waanzinnig gewelddadige periode enigszins af te sluiten en de rechtsorde te herstellen. De filosoof Hannah Ahrendt (portret hierboven) was erbij en schreef erover: “De banaliteit van het kwaad”. Het bleek namelijk dat vaak heel gewone mensen meegewerkt hadden aan de meest verschrikkelijke dingen, uit volgzaamheid (?), zonder te beseffen wat ze aanrichtten.

Het koude zweet breekt me uit. Wat wil ik nu eigenlijk zeggen en wie ben ik zelf nu helemaal? Zomaar iemand…- waar bemoei ik me mee?! Maar ja, wie A zegt moet ook B zeggen, ik ga niet meer terug. “A” is dat ik gezegd heb te hopen en eraan bij te willen dragen dat de waanzinnige periode van het doden van mensen en vernietigen van steden en erfgoed zo snel mogelijk stopt. Het is eenvoudig: als we nu wegkijken, hebben we later spijt. Tegelijk is het niet eenvoudig, want we hebben geen oplossing. Er is geen toverstokje.

Gaandeweg ontdek ik toch dingen zoals de vertien¬voudiging (!) van de wapenproductie in de laatste twee jaar, en wat dat met milieu doet. Dat kan toch niet goed zijn voor onze toekomst? En ik raak in de war van het gedoe van machtsblokken die elkaar zwart maken en wantrouwen, en tegelijk aanbieden te willen bemiddelen. Ik kan gewoon niet geloven dat alleen ons blok per definitie goed is (want democratisch) en zij allemaal per definitie alleen maar slecht en dictatoriaal. Al zoekend kom ik terecht bij TheHaguePeaceProject, ook in Den Haag. Door hun STOPTHEWAR-interviews (Jakob de Jonge met o.a. met de wetenschapper Tom Sauer uit Antwerpen over de NAVO en met Lisij Zelovic over propaganda) weet ik me gesteund. Ook krijg ik van jullie veel positieve berichten binnen, dank je wel!

Mijn zusje waarschuwt: Jobar stop, wordt wakker, maak het niet zo groot. O ja, oeps! small is beautiful. Het gaat om luisteren. Ga ik doen, en houd me tegen als ik doordraai!

www.stopwapenhandel.org

Het interview van Jakob met Lisij: https://www.youtube.com/watch?v=ewxjIqJi7lI

omhoog

12 juli - Barmhartigheid

werken der barmhartigheid: vreemdelingen huisvesten

Vanmiddag heb ik mijn verhaal gehouden, iedereen was er. Over de VN Veiligheidsraad die het onderwerp Vrouwen-Vrede-Veiligheid op de agenda gezet heeft door resolutie 1325. Over de ervaringen met tribunalen en verzoening in Zuid Afrika, Rwanda en Congo. En over mogelijkheden om samen te pleiten voor het stoppen van de oorlog.

Maar eerst gebeurde er het volgende: Katelijne vertelde over de aanpak van Stichting Arq, het Nationaal Psychotrauma Centrum, met vluchtelingen in Nederland. Meteen daarna spraken Nathalia Gafizova en Olga Snryrova over hun onderzoek naar de opvang van Oekraiense vluchtelingen in Rusland.

In Rusland? Ja! Ze komen meestal omdat ze familie of vrienden hebben in Rusland, zodat ze weten dat ze ergens terecht kunnen. Soms gaat dat zelfs via Polen naar Europa (Duitsland) en dan weer naar Rusland. Een aantal komt uit Marioepol, maar sommigen ook uit Oost Oekraïene. Niet iedereen is in het begin officieel vluchteling, maar op een gegeven moment kunnen ze niet anders dan naar een opvangcentrum gaan, daar worden ze dan geregistreerd en wachten op een officiële status. Sommigen hebben geen papieren en zijn dus illegalen. Er is ook een spreidingsbeleid, net als bij ons.

In het onderzoek ging het om het welzijn de vluchteling. De methodiek van het onderzoek was participatief. Om te beginnen werden de respondenten via hun netwerk van non-gouvernementele organisaties opgezocht, om voorselectie door gemeentelijke instellingen te voorkomen. Vervolgens werd het verzamelen van gegevens gecombineerd met expliciete vragen over emoties bij aankomst, na een paar maanden en op het moment dat er gezocht kan worden naar permanente oplossingen. De respondenten waren graag bereid om over hun gevoelens in die verschillende periodes te praten en na afloop waren ze blij dat er naar geluisterd werd. Er werd expres niet gevraagd naar horrorverhalen en naar politieke meningen. Maar wel naar nachtmerries, overdreven angst van harde geluiden, hoofdpijn, concentratiestoornis, oncontroleerbaar gedrag, drank.

In het begin is het ’t ergste. Het hele proces van vluchten en beslissingen nemen midden in gevaar en chaos is behoorlijk traumatisch. Langdurige pijn is bijvoorbeeld het achterlaten van je doodzieke moeder omdat je ervoor kiest om op een veilige plek te bevallen van je kindje. Je huis (kapot geschoten of niet) achterlaten en ook je job. Geen perspectief, niet weten waar je naar toe moet. Geen water, geen stroom. Of (bij mannen) de schaamte dat je angstig bent en niet in het leger wilt. Niet kunnen huilen terwijl iedereen huilt, omdat je de sterkste moet zijn.

De opvangcentra zijn daar niet echt op ingericht, dat wil het onderzoek aantonen. Vluchtelingen snakken ernaar om zelf weer controle over hun leven te krijgen zodra in de basisbehoefte is voorzien. De bureaucratie en lange wachttijden bij de overheidsdiensten dragen bij aan de wanhoop in je hoofd. O ja, en je moet wel een Russisch paspoort aanvragen, terwijl Ukraine geen dubbele paspoorten accepteert. Gooi je dan je toekomst weg als je ooit terug wilt? Worden je kinderen als Rus geboren? Ook het verkrijgen van overige noodzakelijke documenten gaat moeizaam. Ik kan niet nalaten te denken: klinkt allemaal bekend, zo gaat het hier ook.

Het huisvesten van vreemdelingen hoort volgens een oude traditie bij de 7 werken der barmhartigheid. Zo te zien op het schilderij is dat een plechtige en tegelijk ingewikkelde daad: er is van alles te regelen, maar de pijn van de mensen zelf kun je niet zien. Die is verborgen; we weten nu dat traumaverwerking niet kan wachten tot de oorlog over is. De nieuwe barmhartigheid is luisteren. Het is helend en hard nodig.

omhoog

13 juli - Vrede en recht

We kregen echt college vandaag. De docent was een professor uit Berlijn, ze is zelf opgegroeid in communistisch Oost Duitsland. Haar ouders waren toen bekend als dissidenten tegen het Sovjet systeem en daarom mocht ze zich niet laten inschrijven op de universiteit, behalve op de theologische hogeschool. Nu is ze hoog doorgestudeerd in gender studies en transitional justice. De term staat voor een pakket van maatregelen die zorgen voor een “transitie” tussen de na-oorlogse chaos in de samenleving. Bijvoorbeeld: berechting van de daders van oorlogsmisdrijven; opbouwen van een nieuw rechtssysteem, handhaving van een staakt het vuren; enz. Een hele lijst. De opvattingen over de beste aanpak zijn in de loop van de jaren door ervaring veranderd, en iedere oorlog is ook weer anders en de afwikkeling stelt iedere keer andere eisen. Het stond allemaal netjes in het Engels op sheets en werd door twee bekwame vertaalsters nog eens herhaald in het Russisch.

Met een paar mensen in de zaal heb ik al gesprekjes gehad tijdens het ontbijt. Een docente filosofie uit Kazachstan, een vrolijke dame uit Noord Rusland aan de grens met Finland, een vakbondsleidster uit Sint Petersburg. Een groep van vijf dames uit Oekraiene wilde gisteren met mij op de foto na mijn toespraak. Stilzitten in de collegezaal gaat mij allemaal wat te langzaam. Totdat iemand aan de docent een vraag stelt: “Vind u dat je de leiders in een oorlog amnestie kunt verlenen als dat hun eis is om aan de onderhandelingstafel mee te doen?” Amnestie betekent dat ze niet berecht worden. De docent geeft de vraag terug: wat vinden jullie? Het blijft stil.

In de koffiepauze ga ik bij de vraagsteller, Valentina zitten en ik vertel het verhaal uit Uganda van Joseph Kony met zijn Leger van de Heer, die jonge kinderen ontvoerde om als soldaat en seks-slaaf opgeleid te worden in zijn kruistocht voor zelfbeschikking van het Acholi volk. Hij moest verschijnen voor het Internationaal Strafhof, maar organisaties in Uganda stelden voor dat de president hem amnestie zou verlenen zodat hij zich over zou kunnen geven om berecht te worden in eigen land. Waarom? Iedere keer vluchtte hij naar Sudan, waar hij ongrijpbaar was en van waaruit hij zijn snode praktijken voortzette. Op haar beurt vertelt Valentina, die in de regio Lugansk woont, dat het voor gemeentes in dat gebied een concreet probleem is: ineens zijn ze Russisch, is de burgemeester dan een collaborateur als hij aanblijft? Kan hij weigeren? En z’n ambtenaren dan? Moet iedereen vervangen worden? Als dat niet kan, betekent dat dan dat ze heulen met de vijand? Wat moet de bevolking daarvan vinden? Oorlogsmisdaden moeten sowieso gedocumenteerd worden en berecht. Maar medewerking van ambtenaren die niemand gedood hebben of verkracht?

’s Middags krijgen we een andere vraag voorgeschoteld door de docent zelf. “Sommige wetenschappers”, zegt ze, zijn van mening dat berechting eerst moet, voordat je aan vredesopbouw kunt beginnen. Anderen beweren het tegendeel. Wat vinden jullie?” We gaan uiteen in kleine groepen. In mijn groep kwamen we er niet uit. Want hoe kun je recht spreken als er nog geen vrede is? En hoe kun je de vrede beschermen/handhaven als er geen rechtsspraak is en de daders nog vrij rondlopen? En wat bedoelen we met vrede? De vertaalster naast me kan het gesprek niet bijhouden. Argumenten knetteren in het rond en mensen beginnen door elkaar te praten. Ik gebaar dat vertalen even niet hoeft. Als het na een tijdje stil valt vraag ik: “moeten we niet eerst zorgen voor een staakt het vuren? En hoe moet dat dan?” Tjsa, opeens wordt de sfeer in het groepje wat lacherig, blijkbaar weten ze zich geen raad met de vraag, willen het er niet serieus over hebben. Een brug te ver.

omhoog

<

14 juli- De oorlog stoppen

Veel gesprekken en gesprekjes vandaag. Russen, twee jonge Armeense vrouwen, een professor uit Kazachstan, een ander uit Bulgarije… Één heel bijzonder gesprek had ik met Helena, dialoogbegeleidster uit de regio Lubansk, wiens huis eerst in Oekraiene stond en nu in Rusland. Toch bewaar ik dat even voor morgen, want ik wil nu ingaan op enkele dringende reacties van lezers over een gevoelige kwestie, namelijk of je wel mag pleiten voor het stoppen met de oorlog.

Ik citeer de gedachtes daarover van een collega internationale consultant: “Van de escalatie aan wapengebruik word ik aan de ene kant heel droevig en mijn gevoel zegt: stop that horrifying war asap. Aan de andere kant, hoor ik mijn Oekraïense collega's sinds de eerste dagen van de oorlog zeggen: we hebben die wapens nodig om Rusland te verslaan. Al ken ik de regio goed, wie ben ik dan om een morele, pacifistische oproep te doen om de oorlog nu te stoppen? 'For the sake of justice, Ukrainians should restore their national boundaries as they were before 2014', denk ik dan, de Krim (waar ik veel heb gewerkt) inbegrepen. En dat kan kennelijk alleen via de wapens. Of zijn er alternatieven?

“Natuurlijk willen we de oorlog zo spoedig mogelijk stoppen”, zegt Olga overtuigd, in naam van alle aanwezigen. “Maar we moeten wel eerst goed uitleggen wat we daarmee bedoelen”.

Een wijs woord, want veel van wat ik lees gaat er vooralsnog vanuit dat de soevereiniteit van een natie-staat gerespecteerd dient te worden, zoals ook het Chinese 10-puntenplan duidelijk aangeeft. Dat is in ons aller belang. De weg daar naartoe zou zijn om Poetin te straffen, de Russen te straffen, Rusland uit te putten, de grenzen te bevechten met externe hulp en uiteindelijk zo te winnen. Logisch. Maar: gaat het ook lukken? En stel dat het wel lukt vóór het einde van het jaar, dan is dat misschien een soort oplossing en gaan we rustig slapen, maar het conflict zelf is niet onderzocht en behandeld en dus kan het bombarderen iedere keer weer opnieuw beginnen. Stel dat het niet lukt, dan zal het wapengekletter nog vele jaren gaan duren, en in die jaren zal het conflict zelf verergeren door de vreselijke dingen die nu eenmaal in de wetteloosheid van een oorlog gedaan worden, aan beide kanten.

Alternatieven? Nee, die zijn nog niet zichtbaar, maar we kunnen er naar zoeken. Valentina, de vakbondsvrouw, schetst de uitputtingsslag: “degenen die de prijs betalen zijn wij, de leraren, de verplegers, de bouwvakkers. Langzaam haalt de inflatie ons in en wordt ons loon lager, totdat we echt in armoede vervallen en geen gebruik meer kunnen maken van sociale voorzieningen – waar dan geen gepld meer voor is. We voelen dat nu al.” Escalatie? Onze Bulgaarse professor fronst zijn wenkbrauwen: “we waren in ons land heel positief over Rusland en onze vriendschap met Rusland, maar worden we in de steek gelaten en en slaat de stemming om.” Een ambtenaar uit Servië: “bij ons zijn ze dol op de Russen, Russen zijn onze idolen en de vrouwen zwijmelen bij de spierballen van Russen, want de Serviers zijn nogal slappe hap, ha-ha!” Armenië zit er ook midden in: “We kregen gas uit Azerbaijan, maar die sturen dat nu naar Rusland, zodat wij weer gas uit Rusland moeten halen. De gasprijs rijst de pan uit. In Nagorno­Karabrag zijn Russische Vredestroepen gestationeerd, die komen via Jerevam binnen, hoe gek wil je het hebben ”. Twee deelnemers uit de provincie Luhanks/ Donbas: “we zijn soms Oekraïners en soms Russen, het loopt bij ons allemaal door elkaar. Wij willen persé meedenken met wat vrede voor ons betekent op provinciaal en gemeentelijk niveau”.

Er is één persoon die durft te zeggen wat we allemaal weleens denken: als Poetin nu eens doodging? Ze komt er zelf mee, en geeft er meteen haar mening bij: “vergis je niet, hij staat echt niet op zichzelf. Als hij er niet meer is kan de kring om hem heen nog weleens erger zijn”. Onze docent bevestigt het: “Er is in Rusland sprake van een onzalige ideologie van een glansrijk imperium (een heilstaat) waar kerk en staat (met het leger uiteraard) samen de dienst uitmaken zoals vroeger. Daarbinnen zouden mensen onder stevige en eenduidige leiding veiliger en gelukkiger zijn.” Trumpisme verbleekt hierbij vergeleken.

Zelf kom ik niet verder dan dat mensen veiligheid nodig hebben, het is een basisbehoefte. Politie, wapens en militaire strategieën zijn er niet voor niks, maar op zichzelf niet voldoende. Ze zijn niet effectief als de menselijke aspecten van veiligheid verwaarloosd worden. De glorieuze overwinning is een illusie, daarom blijven we zoeken naar de geitenpaadjes naar vredesalternatieven. Een eerste lijstje dringende concrete zaken hebben we vandaag al samen gemaakt. Daarover later.

omhoog

16 juli - De dialoogbegeleidster uit Lugansk

Helena valt meteen op door haar stralende persoonlijkheid. Een jonge, slanke vrouw, modieus gekleed, levendig, kijkt je recht aan, vrolijk meestal. Ze heeft 4 andere mensen uit haar netwerk gemobiliseerd om ook mee te doen aan de Zomerschool. Na mijn lezing willen ze samen met mij op de foto. Op een gegeven moment vragen ze alle vijf tijdens een les verlet, want ze moeten nodig zoomen met overige leden van hun netwerk. Ik had gevraagd om een interview, maar ze was bezet. Later komt ze naar me toe: “nu kan het even!”.

Vanwege het Engels legt ze al een telefoon klaar om moeilijke termen te vertalen. Ze vertelt over de situatie in 2014, “veel mensen in de Dombas wilde Russisch spreken. Ze hadden meer vertrouwen in het federale systeem van Rusland dan in Oekraïens bestuur, want die hadden hen tegengewerkt. In 2018 kwamen er soldaten van beide kanten de regio in, het was rommelig, We waren niet in paniek, we zijn al eeuwen lang gewend aan dit gedoe.”

(The poor collecting Coal, by Nicolas Kasatkin, 1894)

Het gesprek dreigt ingewikkeld te worden, dus ik stel voor: “vertel maar eerst iets over jezelf, dan kan ik het plaatsen.” Ja, graag! Om te beginnen: “I hate war, any war! I hate it.

Haar familie is van joods-, oekraiens- en russische afkomst. Ze hadden een goed draaiend restaurant in Lubansk dat in 2014 gebombardeerd is. Het dak lekte en het restaurant-gedeelte was afgebrand. Helena zelf werkte in het buitenland. Maar haar vader woonde in het woongedeelte van het restaurant en weigert koppig om te verhuizen of te vertrekken. Dus toen haar moeder stierf is ze teruggegaan naar Lubansk en is langzaam begonnen met restauratie. “Ik ben groot geworden als vrijwilliger in de Joodse gemeenschap, dus ik had ervaring met dingen organiseren en anderen helpen als groep”. Maar in 2018 was het moeilijk voor mij, ik moest bij m’n vader blijven en had geen werk. Ik heb toen een studie gevolgd bij Aberystwyth University’s Dialogue Centre en veel gehad aan de lessen van Goran Lojanchich. Vervolgens heb ik een eigen dialoogcentrum opgestart met een vriendin uit Donjesk, die theatermaker is. We organiseren gesprekken tussen mensen die aan beide kanten van de grens leven. En we organiseerden dansavonden en theateravonden.

Vanaf 2000 waren de dialoogsessies vooral cross border in Rusland en Oekraiene, maar bij de inval van Rusland op 24 februari 2022 is dat gestopt (hopelijk tijdelijk) en zijn we dialogen gaan organiseren met mensen uit ons netwerk in Duitsland en Turkije. Het was moeilijk in het begin, want Oekraïners spraken als slachtoffers en de Russen zagen zichzelf ook als slachtoffer. Gaandeweg ontdekken we dat het moeilijk is, maar wel mogelijk, want we zijn er allemaal bij gebaat dat de oorlog stopt in Lubansk en de Dombas. We zijn niet elkaars vijand, maar het is de angstcultuur waarin etnische en taalverschillen niet geaccepteerd worden en gezien worden als bedreiging van de veiligheid, die ons nekt. Samen proberen we elkaar te inspireren over hoe we daar mee om kunnen gaan. Dat is fascinerend, en het netwerk breidt zich voortdurend uit. Zelf heb ik 3 dialoogbegeleiders opgeleid, want er was veel werk en het is geen gemakkelijke klus om dialogen goed te begeleiden. We hebben ons aangesloten bij het Dialogue Platform OWEN in Duitsland. De meeste dialogen doen we online.

Ze heeft nog veel te vertellen, maar we moeten weer naar college. Het komt wel weer terug denk ik. Helena’s advies aan de groep is: "ga vooral door met wat je aan het doen bent en laat je niet bang maken. Het belangrijkste is dat je elkaar vasthoudt en probeert te begrijpen, want dan kun je elkaar ook helpen als het moeilijk wordt. En het wordt moeilijk, dat weten we allang."

(ik heb een foto van de donbas regio toegevoegd)

Warme vredesgroet!

omhoog

17 juli - Vrede begrijpen

Lieve mensen,
Vandaag geef ik het stokje voor het bericht door aan mijn kleindochter Jelke, die al een paar dagen meedoet aan de Zomercursus.
Jobar Oranje.

Mijn vierde dag in Albanië stond in het teken van een speech van de Albanese minister van Cultuur en Buitenlandse Zaken, gesprekken over 'vrouwen, vrede en veiligheid', uitgebreide discussies over de Russische media en een geïrriteerde ober vanwege mijn verzoek om een vegetarisch gerecht. Ik ben naar deze zomerschool gereisd om mijn oma te ontmoeten en mezelf te verdiepen in onderwerpen die nauw aansluiten bij mijn aankomende master: mensen­rechten en conflict­studies. Ondanks mijn beperkte tot vrijwel afwezige kennis van de Russische taal, slaag ik er toch af en toe in om te communiceren met de andere deelnemers van de zomerschool.

Voordat ik naar Albanië kwam, had ik al wel met mijn medestudenten gesproken over het conflict. Hoewel ik in Canada en Nederland Oekraïense vluchtelingen van mijn leeftijd heb ontmoet, spraken we daar voornamelijk over media, cultuur en culturele verschillen. Nu praten we over de impact van de Russische inval in Oekraïne voor iedereen in de regio, over de verschrikkelijke gevolgen, over schaamte en verdriet. Het is voor iedereen vanzelfsprekend dat dit moet stoppen en dat vrede moet worden bereikt, maar de definitie van vrede blijkt voor iedereen anders te zijn: wat betekent vrede eigenlijk?

Voor de vrouw naast mij betekent vrede veiligheid, zodat haar broer, die priester is, niet langer zijn geloof in de kelder van zijn huis hoeft te belijden, maar weer naar de kerk kan gaan. Voor haar buurvrouw betekent vrede vrijheid, zodat zij niet elke dag in angst hoeft te leven dat de uitspraken van haar 16-jarige dochter als politiek wangedrag tegenover de Russische regering worden gezien. De Russische tolk vertelt mij dat vrede voor haar betekent dat de overheid transparant en niet corrupt is. Een vrouw aan een andere tafel is het daarmee eens: zonder "vrije stroom van informatie" is vrede onmogelijk. Voor sommigen is vrede een mooi idee, maar het biedt slechts een magere troost voor alles wat ze al in deze oorlog hebben verloren.

Mijn definitie van vrede verandert voortdurend, maar het is duidelijk dat vrede niet eenvoudigweg neerkomt op het neerleggen van wapens. Johan Galtung maakt onderscheid tussen twee vormen van vrede: negatieve en positieve vrede. Negatieve vrede verwijst naar de afwezigheid van oorlog, terwijl positieve vrede verwijst naar een samenleving die actief structureel geweld tegengaat en streeft naar het creëren van een vredescultuur. Dit omvat een cultuur zonder corrupte overheid of bevooroordeelde media, maar met vrijheid en veiligheid. Hoewel het misschien een idealistisch concept lijkt, is het belangrijk om te beseffen dat vrede meer is dan alleen de afwezigheid van geweld, en dat vrede voor iedereen anders is. Om over vrede te kunnen praten, moeten we begrijpen hoe de ervaringen van anderen het idee van vrede invullen.

Jelke Scholte

omhoog

18 juli - Onze helden

Hoe mooi is dit? een foto van de voltallige redacties van Trouw en de Volkskrant op de trappen voor hun Amerikaanse collega met een Russische naam, die gevangen zit. Het bericht is al van een week geleden, ik had de foto bewaard voor een goed moment om hiermee aan te komen.

Dat moment is nu. Vandaag is mijn laatste berichtje, ik ga hier morgen weg, kom alleen vrijdag nog even terug om samen te vatten waar we nu staan, en dat zal ik jullie niet lang daarna laten weten.

Journalistiek is niet gemakkelijk. Je moet de feiten weten in hun context, en tegelijk invoelend en begrijpend zijn. Je moet contacten vinden en tegelijk je bronnen niet in gevaar brengen. Je hebt niet altijd tijd voor een echt goed gesprek en vaak kun je niet helemaal nachecken of wat jij begrepen hebt ook klopt. Ik had nog graag het verhaal verteld van een deelnemer die uit Belarus komt maar nu in Warsaw woont. Hij kwam niet opdagen voor het gesprek dat we gepland hadden. Ik had graag details gevraagd aan een mevrouw die in Kiyv woont over haar broer die priester is in een schuilkelder. Ze is ineens vertrokken. Ik had het netwerk van Oekraiense dialoog-vrouwen graag als groep ontmoet, maar die dames hebben het druk.

Mijn grote vraag was natuurlijk voortdurend: hoe kunnen we helpen de oorlog te stoppen? Dat onderwerp ga ik nu niet even afraffelen, er zijn een aantal dingen waarvan ik nu weet dat ze niet zinvol zijn. En andere dingen waarvan ik denk dat ze misschien bijdragen aan het stoppen van de oorlog maar zeker belangrijk zijn voor de vredesopbouw na de oorlog. Kleine dingen, maar toch… Dus dat houden jullie nog tegoed.

De redacties van Trouw, de Volkskrant en Het Parool stonden afgelopen week samen met de Russische collega's van vrije media TV Rain en The Moscow Times op de trappen van het hoofdkantoor van DPG Media. Ze hadden allemaal een foto in de hand van de Amerikaanse journalist Evan Gershkovich, die al meer dan honderd dagen in Russische gevangenschap zit. Hiermee wilden ze hun steun betuigen aan deze collega van The Wall Street Journal, die officieel beschuldigd wordt van spionnage.

Deze actie doet in de verte denken aan de demonstraties en acties van journalisten naar aanleiding van de afschuwelijke aanslag op de redactoe van het Franse blad Charley Hebdo in 2015. Bij die aanslag door islamitische terroristen werden twaalf mensen vermoord. In beide gevallen gaat het om een aanslag van het vrije woord.

Omdat Evan Gershkovich een Amerikaan is, is aandacht verzekerd. Er kan zekfs geredeneerd worden dat deze actie vooral bedoeld is om druk uit te oefenen op de Amereikaanse regering om hun landgenoot vrij te krijgen. Want de Russische leiding in het Kremlin zal niet onder de indruk zijn van een foto die via de sociale media wordt verspreid. Er zijn signalen dat Gershkovich onderdeel kan worden van een uitruil van gevangenen tussen Amerka en Rusland.

De arrestatie van Gershkovich staat ook niet op zichzelf. Op dit moment zitten zeker 23 journalisten in gevangenschap in Rusland. Zo zit de Russische onderzoeksjournalist Ivan Safranov zelfs al vier jaar in een kale Russische cel. In Rusland zijn vrijwel alle onafhankelijke media verboden, geblokkeerd of tot buitenlandse agenten verklaard. De lijst kan uitgebreid worden met dissidenten en voorvechters van het vrije woord en democratie die al jaren in kommervolle omstandigheden verkeren in Russische gevangenschap, zoals Aleksej Navalny, of zijn vermoord, zoals Boris Nemtsov. De Russische president Vladimir Poetin duldt heen kritiek en weerwoord.

In dit perspectief is Rusland in iets meer dan tien jaar afgegleden tot een dictatuur. Het vrije woord is in een wurggreep geraakt van wetten die de persvrijheid aan banden leggen. Daardoor is het voor de gewone Rus bijna niet mogelijk om een reeëel beeld te krijgen van de situatie in zijn land of van de oorlog in Oekraïne. De staatsmedia en de door de staat gecontroleerde media staan volledig in dienst van het Kremlin.

Steun voor media als TV Rain (Dozhd) en The Moscow Times zal zeker helpen, omdat zij nog in staat zijn mensen te bereiken in dat enorme land - al zijn het helaas alleen de mensen die toegang hebben tot vrij internet. Daarmee is hun invloed beperkt, maar desondanks wel belangrijk.

Warme vredesgroet!

omhoog

21 juli - De strijdbare vrouw en haar teenager

Ja, daar ben ik weer! Op de valreep voordat Jelke en ik naar Tirana vertrokken voor twee dagen (zonder computer), zag ik Nina bij het ontbijt en ze vond het goed om te praten. Nina woont in Kiyv, zij is voorzitter van de Oekraiense WILPF (Women’s International League for Peace and Freedom) en vertegenwoordigt de Oekraiense visie op de oorlog onverbloemd: “We kunnen met hem geen enkele deal sluiten, want we kunnen hem niet vertrouwen, hij houdt zich niet aan z’n woord en zal zomaar weer binnenvallen als het hem uitkomt. We zijn gewoon niet veilig zolang hij niet verslagen is. We zijn natuurlijk blij met iedere steun die we kunnen krijgen, maar verdorie, het gaat te langzaam. Er zijn stapels beloftes en mooie foto’s van handjes schudden, maar de uitvoering gaat mondjesmaat, komt te laat, is onvolledig. Je moet beseffen dat we samen voor democratie vechten, jullie met geld en sancties, maar wij met ons lichaam.” (In deze tekst is “hem” een soort Voldemort van Harry Potter, we willen allebei niet eens zijn naam in onze mond hebben).

De vraag is natuurlijk welke positie de WILPF inneemt in deze situatie. Ze werken vooral samen met de VN: ze sturen informatie en zoeken samen fondsen. Ze leggen de focus op wederopbouw. “Als we over ‘vrede’ praten krijgen we ruzie. Gister had ik een WILPF vergadering online, daarom was ik er niet. De WILPF zit nog vol in het koude-oorlog denken, ze zijn pacifistisch en willen niet aanvallen. Maar met rechtlijnig denken komen we er niet, het is alsof je uit moet leggen dat de aarde een bol is en niet een pannenkoek.”

Wat is jouw plan dan, Nina? “Ja, het gaat erom dat we dingen doen. Op dit moment is het belangrijk om uit te zoeken wie al die bommen en raketten financieren die wij op ons hoofd krijgen, follow the money. En dan de huichelarij bloot te leggen van mooi gepraat over waarden. Ook de VN hebben veel mooie regels en afspraken, maar ze werken met double standards. Maatschappelijke groepen hebben de plicht om mee te denken en met concrete alternatieven te komen en ook om garanties en echte bescherming te vragen in deze waanzinnig onveilige situatie.”

Ik vraag naar de priester, haar neef, die in de schuilkelders een kerk heeft, maar dus geen steun krijgt van de officiële kerk, waar haar broer in het bestuur zit. In Lugansk bidt die kerk voor de Russische soldaten en zegent ze. Dat geeft spanningen in de familie. Nina houdt maar liever afstand. Ze vertelt ook over haar leven, het verhaal komt er in brokken uit. “Eigenlijk weet ik niet of ik wel een leven hèb. Ik ben soms in Kiyv, soms in Warshaw, waar ik een huis voor vluchtelingen heb, soms in Lugansk. De trein zit nu vol met soldaten, die naar het front gaan. Ze worden door jongetjes uitgescholden. In de Dombas hebben de Russen al tien jaar lang de bevolking bewerkt en Russisch sprekende mensen voorgetrokken totdat het separatisten werden; er is wantrouwen gezaaid, dat krijg je niet zomaar weg. Mijn zoon van 21 woont in de Verenigde Staten en is zelfstandig en gelukkig veilig daar, maar hij is nog zo jong. Mijn ex-man woont in ook in de VS, hij geeft wiskundeles. M’n dochter van 13 zit op een Poolse school in Krakov en woont bij familie. Ze is opstandig en verwijt me dat ik nooit thuis ben. Ze heeft haar vader geschreven dat ze wiskunde wil studeren (wat niet zo is), en hij heeft haar beloofd dat ze daar mag wonen. Nou ja, misschien is het maar beter zo, hij zorgt goed voor haar. Ik overweeg zelf in Canada te gaan wonen. Van daaruit kan ik ook goed werk doen voor Oekraïene, lobbyen op hoog niveau. Maar ik weet het niet…”

We kunnen merken dat het haar hevig aangrijpt, maar ze houdt zich stoer. Wat kan je meer doen dan elkaar omhelzen? Ik probeer: “je dochter is lastig, maar dat is vast omdat ze een sterk karakter heeft net als jij. Ze gaat het redden!”

omhoog

31 juli - Hoe nu verder?

Ik nam even time-out om verwarrende gevoelens te laten bezinken. Er was nog best veel te vertellen. Ook veel om te onderzoeken, nog over na te denken, contacten te leggen. Ik heb een document bewaard met al jullie reacties, heel erg bedankt daarvoor! Het hielp me om koers te houden.

Het is wel een wat wiebelige koers: aan de éne kant kies ik er (natuurlijk) voor om Poetin voor alles verantwoordelijk te stellen en hem zo mogelijk uit te schakelen. Aangezien ik daar zelf niks aan kan bijdragen is dat ook wel een soort van gemakkelijk, ik ga gewoon met vakantie. Aan de andere kant kies ik ervoor om vooral vanuit de mensen te denken die hier nu doorheen gaan: Oekraïners die de klappen opvangen; Russen die zich geen raad weten; en wij die het aanzien, vluchtelingen opvangen en vooral (te?) voorzichtig zijn. Wij willen allemaal dat onze kinderen in een waardige wereld leven, waar agressie duurzaam beteugeld kan worden en zo veel mogelijk voorkómen; mede omdat conflicten dan effectiever behandeld worden dan we nu gewend zijn. Die wereld is niet Europa, want er is maar één wereld, echt waar. We zijn allemaal buren.

Voorlopig zie ik wel een weg van “vrede leren” voor me: eerst begrijpen wie wat zou kunnen veranderen, en hoe, en dan aan de slag. Dat gaat zo: om een complex probleem te begrijpen knip je het in aparte stukjes, en dan kijk je naar de dynamiek en mogelijke ontwikkelingen in elk stukje. En dan begin je gewoon met wat je goed kunt. Stukjes die goed gaan beïnvloeden de andere stukjes vanzelf. Meerdere dingen parallel doen is daarom handig.

Het eerste stukje dat ik zie is: de voortdurende bombardementen vanuit Rusland op Oekraïense steden, nu al anderhalf jaar lang. Niet om aan te zien, dat vindt iedereen! Wereldwijd hebben we afgesproken dat staten soeverein zijn, en dat we ons daar allemaal aan zullen houden. Dus een bom gooien op een land dat niet van ons is en waar niemand erom vraagt, is echt not-done. Het staat zelfs als punt één genoemd in het Chinese 12 punten-plan; ook de Paus heeft gevraagd om te stoppen met bommen gooien. Gelukkig hebben we wel afweergeschut geleverd, een pluspuntje. Anderen hebben gevraagd om onderhandelingen: de Afrikaanse delegatie en nu ook Saudi Arabië. Maar onderhandelingen kun je niet beginnen als je niet stopt met bommen gooien. Dus de VN Veiligheidsraad zou de bombardementen tegen moeten houden – en dat doen ze niet omdat Rusland in de raad vetorecht heeft. In een manifest dat opgesteld is door Russen en Oekraïners wordt dat ook benoemd: Rusland moet uit het bestuur van de Veiligheidsraad, ze hebben ons vertrouwen beschaamd. Intussen zou ik zeggen: “weg met dat vetorecht voor deze zaak, kom op: het gaat om mensenlevens, dat weegt zwaarder”. Ik zou willen dat de vrouwenbeweging internationaal, op initiatief van de WILPF (die spreekrecht hebben bij de VN), daar actie voor voerde, met een beroep op Resolutie 1325 van diezelfde raad. Wie helpt me om ze aan hun jas te trekken? Het kàn, misschien doen ze het al, dan kunnen we aansluiten.

Het tweede stukje is de strijd om de Dombas. Die gaat wel echt ergens over: de regio wordt al zeker 20 jaar (zo niet langer) geplaagd door disputen over wie het gebied “bezit”. Veel mensen die er wonen zijn murw gemaakt, ze haten elkaar niet en zijn vaak familie van elkaar. Nu moeten ze elkaar doodschieten. Het lijkt absoluut een verkeerde oplossing om daar van twee kanten een loopgravenoorlog over te voeren, dat maakt het eigenlijk steeds erger. Maar Oekraïne zal echt de Dombas niet opgeven in ruil voor vrede. Logisch. Poetin ook niet. Voorstel: zodra het bommen gooien stopt, intensief ruimhartig investeren in goed bestuur (good governance), zodat de burgers zelf hun zaakjes eerlijk regelen, zonder bang te zijn voor represailles. Ze hebben een pauze van 5 jaar nodig om dat te doen, en daarna kan dan beslist worden welk stukje van de Dombas aan wil sluiten bij welk buurland. Dat kan dan via arbitrage of referenda per gebiedje, of een combinatie daarvan. Ik zou willen dat beide landen hun soldaten, stromannen en wapentuig terugtrekken uit die hele regio, en dat een staakt-het-vuren gehandhaafd wordt door soldaten van de Internationale Vredesmacht. Dan kan een internationale ploeg van vakmensen (Gemeentebestuurders en Mayors for Peace) aan de slag gaan samen met lokale bestuurders, om de wederopbouw te regelen en de basis te leggen voor goed bestuur in alle steden en dorpen. Tegelijk kan gevraagd worden aan het Permanent Hof voor Arbitrage om de geografische details en oude afspraken te bestuderen en een voorstel te doen voor een verdeling die duurzaam het beste zal werken voor de mensen zelf. Moeilijk? Ja, het is veel gevraagd aan alle partijen. Maar er is echt een time-out nodig, ruimte, nieuwe ideeën. Wie kan hier leiding aan geven? China, Saudi Arabië, Noorwegen en Zuid-Afrika – zoiets. Niet Europa natuurlijk. Wie neemt het initiatief? De vredesbeweging. Consultants die een goed voorstel schrijven. Bewoners van de Dombas die we al hebben leren kennen. Het moet kunnen.

Er zijn nog andere stukjes, zoals onafhankelijke informatievoorziening, de Krim, herstelbetalingen, milieuschade, onderhandelingen, straf voor oorlogsmisdrijven, vluchtelingen… die stukken laat ik liggen, genoeg mensen en instanties hebben daar meer verstand van. En velen zijn ook, ondanks alles, al aan het werk gelukkig!

Dan is er nog één ander stukje dat me zwaar valt. Nummer 3. Dat is de ideologie die deze oorlog voedt en steunt. In de 2de Wereldoorlog konden we de onderliggende ideologie duidelijk benoemen als “nazisme”. Het gezamenlijk inzicht in wat zo onmenselijk was, hielp om ertegen te vechten. Maar waar hebben we nu mee te maken? Een mengsel van nationalisme, militair overwicht, devotie, graaicultuur en intolerantie voor diversiteit, die in meerdere landen de kop op steekt. Ik zou willen dat vredesorganisaties, mensenrechtenorganisaties en geloofsgemeenschappen die ideologie zouden benoemen, bestuderen en samen respectvol duidelijk maken wat precies de mensonwaardige kern ervan is. Mooier nog zou zijn: in kaart brengen wat andere geloven (niet persé met een god of met dogma’s, geloof herken je vooral aan wat mensen doen) hier tegenover stellen. Iets dat de nodige warmte en veiligheid biedt voor onzekere mensen in onze kantelende wereld. Laten we dat doen, het is vast heel nuttig en leerzaam! Wie wil dit ook graag?

Dag lieve mensen! Bedankt voor jullie steun.

Jobar Oranje

omhoog